ESA Redu, gevestigd in de Belgische Ardennen, is niet alleen een centrum voor onderwijs in ruimteonderzoek. Het is ook een Europees aardobservatie- en zonneobservatiestation en houdt zich bezig met radionavigatie en cyberveiligheid in de ruimte. Het station is sinds 2014 op het Belnet-netwerk aangesloten. We spraken met de directeur, Jean-Luc Trullemans, om de betrokkenheid van Belnet bij ESA's huidige en toekomstige projecten te bespreken.
ESA Redu is sinds 2014 aangesloten op Belnet. Waarom hebben jullie toen voor ons netwerk gekozen?
In 2014 was het centrum vooral gericht op kleine satellietoperaties en het doorsturen van deze gegevens naar eindgebruikers. Omdat onze activiteiten sterk groeiden, hadden we meer internetbandbreedte nodig. Daarom kozen we voor Belnet.
Welk type lijn gebruiken jullie?
Het gaat om een lijn met een bandbreedte van 1 Gbit/s uplink downlink (tussen een satelliet en een grondstation) die over een glasvezel van Sofico loopt. De verbinding wordt gebruikt door MOI-IT (Mission Operations IT) en de Proba-missie, en dit enkel voor internettoegang.
Proba is de naam van een reeks door België ontwikkelde aardobservatiesatellieten die wij sinds het begin vanuit Redu controleren. Het begon allemaal met Proba-1, de eerste satelliet die zo'n twintig jaar geleden werd gelanceerd. Ondanks dat hij verouderd is, is hij nog steeds in gebruik. We zijn in afwachting van de lancering van Proba-3 en Proba-V, die bestaan uit nanosatellieten (kleine kubusvormige satellieten met 12 eenheden), die eveneens vanuit Redu worden opgevolgd.
Worden er nog andere operaties uitgevoerd in Redu?
De Hera-missie, waarvan het Mission Operation Centre zich in Redu zal bevinden, is een van de projecten die grote hoeveelheden data zal produceren en dus veel bandbreedte vergt. Hiervoor werken we samen met NASA. Vorig jaar heeft NASA een kinetische impactor gestuurd om een meteoriet die te dicht bij de aarde kwam, te laten inslaan en te doen afbuigen. De missie van het agentschap is het effect van deze inslag te observeren. Dit is een belangrijke missie voor ons met een grote toegevoegde waarde, maar ook een grote zichtbaarheid. Dat maakt het zeer interessant voor Redu en voor België in het algemeen.
We werken ook voor rekening van EUSPA (het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma). Deze operaties betreffen voornamelijk radionavigatie via het Europese Galileo-project. Een deel van het grondsegment van dit project bevindt zich in Redu. Met een IOT-antenne kunnen we de kwaliteit van het door de satelliet uitgezonden signaal meten. Deze robuustere radionavigatiedienst is beschikbaar voor de lidstaten van de Europese Unie.
Naast deze antenne staat een ‘Telemetry, Tracking and Command' station. Dit wordt gebruikt om een satelliet in zijn werkbaan terug te brengen. Er zijn er 8 in de wereld, waarvan één in Redu.
Wij huisvesten bovendien ook het datacentrum voor ruimteweer. De gegevens daarvan worden doorgestuurd naar het KMI-platform in Ukkel, waar ze worden verwerkt.
Ten slotte zal ons opleidingscentrum (van basisonderwijs tot doctorandi) aanzienlijk groeien. Het opleidingsaanbod zal worden verdubbeld. Dit danken we aan de voortzetting van de steun van de Belgische delegatie binnen de EU.
Hoe komen de data tot bij de eindgebruikers? Worden alle gegevens via het Belnet-netwerk verstuurd?
De satellieten zijn verbonden met de grondantennes van Redu, maar ook met het Mission Operation Centre, dat instaat voor de downlink van de door de satellieten geproduceerde gegevens of voor de uplink van de instructies die naar de satellieten worden gestuurd. Vervolgens worden de data doorgestuurd naar de eindgebruikers via de Belnet-connectiviteit of via het gewone internet, afhankelijk van de aard van hun organisatie. Ruimteweergegevens sturen we bijvoorbeeld over het Belnet-netwerk naar het KMI. Voor eindgebruikers in de industrie liggen de zaken anders, omdat zij niet op Belnet zijn aangesloten.
Worden er nog andere operaties uitgevoerd in Redu?
Wat betreft projecten die grote gegevens produceren en meer bandbreedte vereisen, is de Hera-missie, waarvan het Mission Operation Centre in Redu zal zijn, verbonden met NASA. Vorig jaar heeft de NASA een kinetische impactor gestuurd om een meteoriet die dicht bij de aarde kwam, te laten inslaan en af te buigen. De missie van het agentschap is het effect van deze inslag te observeren. Dit is een belangrijke missie voor ons, met een grote toegevoegde waarde, maar ook een grote zichtbaarheid. Wat zeer interessant is voor Redu en voor België.
We werken ook voor rekening van EUSPA (het agentschap voor ruimtevaartprogramma's van de Europese Unie). Deze operaties betreffen voornamelijk radionavigatie via het Europese Galileo-project. Een deel van het grondsegment van dit project bevindt zich in Redu. Met een IOT-antenne kan de kwaliteit van het door de satelliet uitgezonden signaal worden gemeten. Deze robuustere radionavigatiedienst is beschikbaar voor de lidstaten van de Europese Unie.
Naast deze antenne staat een telemetriestation voor afstandsbediening (TT&C-station). Dit wordt gebruikt om een satelliet in zijn werkbaan terug te brengen. Er zijn er 8 in de wereld, waarvan één in Redu.
Wij herbergen ook het datacentrum voor ruimteweer, en de gegevens worden doorgestuurd naar het IRM-platform in Ukkel, waar ze worden verwerkt.
Ten slotte zal ons opleidingscentrum (van basisonderwijs tot doctorandi) aanzienlijk groeien. Het aanbod van opleidingen zal met 2 worden vermenigvuldigd. Dit is een voortzetting van de steun van de Belgische delegatie binnen de EU.
Hoe worden de gegevens aan de eindgebruikers doorgegeven? Wordt alles via het Belnet-netwerk verstuurd?
De satellieten zijn verbonden met de grondantennes van Redu, maar ook met het Mission Operation Centre, dat instaat voor de downlink van de door de satellieten geproduceerde gegevens of voor de uplink van de instructies die naar de satellieten worden gestuurd. De gegevens worden vervolgens doorgegeven aan de eindgebruikers via de connectiviteit van Belnet of het traditionele internet, afhankelijk van de status van hun organisaties. Dit is bijvoorbeeld het geval voor ruimteweergegevens die we via de Belnet-connectiviteit naar het IRM sturen. Voor eindgebruikers in de industrie liggen de zaken anders, omdat zij niet op uw netwerk zijn aangesloten.
ESA beschikt ook over een kenniscentrum voor cyberbeveiliging in de ruimte. Kunt u ons daar iets meer over vertellen?
Het kenniscentrum voor cybersecurity wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten en de eerste resultaten ervan worden eind dit jaar verwacht. De infrastructuur wordt echt ontwikkeld voor ruimtevaarttoepassingen. Het is voor ons dus heel interessant om via glasvezel met Belnet verbonden te zijn. We zijn namelijk bezig met het opzetten van een gemeenschap van gebruikers en verschillende Belgische overheden zijn zeer geïnteresseerd om hiervan deel uit te maken.
Naast het Centre of Excellence komt er ook een aanvullend monitoringcentrum. Dit SOC (Security Operations Centre) zal erop gericht zijn anomalieën zo vroeg mogelijk te detecteren en zal worden gevoed met de data van het kenniscentrum. Ook daarvoor is er grote belangstelling van organisaties uit de academische en publieke sector in België en daarbuiten.
Hoe zullen ESA en BeQCI in de toekomst samenwerken?
We werken samen met het BeQCI-consortium, waarvan Belnet en Imec deel uitmaken. We bevinden ons in een heel technische fase van het project en onze facility manager en IT-manager staan in nauw contact met de technici van Belnet. Gezien mijn rol meer strategisch is, zie ik erop toe dat de veiligheidsrichtlijnen en het beleid van elke organisatie die aan het project deelneemt, worden nageleefd.
Daarnaast zijn we ook betrokken bij het INT-QKD-project, waarin verschillende ruimtevaartagentschappen samenwerken. Wij houden ons bezig met kwantum, cyberbeveiliging en de distributie van encryptiesleutels. Dit project zal een optische verbinding tot stand brengen tussen een satelliet die is uitgerust met een laser en een telescoop in Redu.
Deze activiteiten worden gefinancierd door Belspo en de architectuur zal op termijn worden aangesloten op het Quantum Key Distribution netwerk BeQCI. BeQCI (onderdeel van EuroQCI) en INT-QKD zullen de komende jaren dus op elkaar aansluiten.