Chris De Loof over de rol van Belnet als Belgische gemandateerde organisatie voor EOSC

door
Rosy Pauwels

Marketing @ Belnet
op

In 2020 werd Belnet aangesteld als de Gemandateerde Organisatie (MO) in België voor de EOSC-A. De Gemandateerde Organisatie speelt een belangrijke rol in zowel het faciliteren van de ontwikkeling van EOSC in het land als in het vertegenwoordigen en ondersteunen van de nationale onderzoeksgemeenschap op internationaal niveau. Belnet is het Belgische National Research and Education Netwerk (NREN), wat betekent dat Belnet de fysieke verbindingen met het EOSC-ecosysteem verzorgt, maar zelf geen onderzoeksfinancieringsorganisatie of onderzoeksinstelling is. In dit interview komen we te weten op welke manieren Belnet de noden van de onderzoeksgemeenschap in België vertegenwoordigt, hoe ze zich engageren met deze gemeenschap en welke sterktes en uitdagingen de organisatie ziet op het vlak van de EOSC-ontwikkelingen in België.

De Belgische onderzoeksgemeenschap vertegenwoordigen in EOSC 

Belnet verbindt mensen en organisaties. Het NREN biedt oplossingen die zijn gecreëerd in de EOSC- of GÉANT-ecosystemen en biedt die diensten als vertrouwde partner aan de onderzoeksgemeenschap aan. Daarnaast worden EOSC-coördinatievergaderingen georganiseerd, waar belanghebbenden hun meningen kunnen delen en kunnen werken aan een gemeenschappelijk standpunt. In die vergaderingen probeert Belnet de organisaties te vertegenwoordigen die niet rechtstreeks vertegenwoordigd zijn in de EOSC-A, hoewel Belnet er voorstander van is dat elke Belgische organisatie met een belang in open science en de EOSC, lid of waarnemer kan worden. Chris De Loof, EOSC-adviseur bij Belnet: "Als MO zijn we belast met het vertalen en communiceren van de missie van EOSC in de nationale context en informeren we onze Belgische leden, waarnemers en andere belanghebbenden over de ontwikkeling van EOSC en helpen we de discussie te faciliteren. We bestrijken alle leden en waarnemers van de EOSC-A in België die ofwel een Belgische universiteit of een onderzoeksinstelling zijn. Aangezien Belnet een nationale e-infrastructuur is, bestrijken we bijna het hele Belgische onderzoekslandschap. Belnet is zeer goed geplaatst om het Belgische spectrum aan te sluiten." 

Een groot verschil met sommige andere gemandateerde organisaties is dat Belnet geen coördinerende rol heeft in België. Belnet vergemakkelijkt vooral de onderlinge communicatie in twee richtingen tussen de Belgische onderzoeksorganisaties, de ministeries en de EOSC-A. Als facilitator levert Belnet technische diensten en garandeert het interoperabiliteit tussen de belanghebbenden van de EOSC. De nationale coördinatie zelf wordt uitgevoerd door de overleggroep Open Science van de Commissies voor Internationale Samenwerking en Federale Samenwerking (CIS-CFS Open Science). Alle gewesten en gemeenschappen van België met bevoegdheden op het gebied van onderzoek, innovatie en/of open science zijn hierin vertegenwoordigd. 

Betrokkenheid en diensten met en voor de R&E-gemeenschap 

"Op dit moment zijn de engagementsactiviteiten van Belnet sterk gerelateerd aan de technische diensten die we aanbieden", zegt Chris. "Dankzij onze Communities of Practice hebben we bijvoorbeeld interactie met (digitale) onderzoekers, technisch personeel en professionals die werken in de onderzoeksorganisaties die zijn aangesloten op het Belnet-datanetwerk. Het starten, modereren en stimuleren van een Community of Practice over Open Science-tools is van vitaal belang. We merken dit zelfs bij specifieke oplossingen, zoals de tool DMPOnline.be. DMPOnline.be is echt een essentiële ontwikkeling voor het beheer van onderzoeksgegevens en open science. Belnet nam de hosting van de tool en zijn community over. De huidige versie van het DMPOnline.be platform presteert goed, maar is een vrij statische tool. Als dienstverlener wil je evolueren en proberen de tools zoveel mogelijk te automatiseren, zodat DMP's bijvoorbeeld machineleesbaar worden. We moeten onze onderzoeksgemeenschap erbij betrekken en raadplegen om alle noodzakelijke vereisten te verzamelen. Wie geeft ons dus die vereisten? Precies, onze Community of Practice." 

Belnet is betrokken bij de kennisdeling rond het EOSC-concept, maar als technische partner traint de organisatie geen mensen in de vaardigheden die ze nodig hebben om Open Science-beoefenaars te worden. Ze zouden zichzelf niet eens definiëren als de experts in het algemene Open Science-veld, zoals Chris zegt: "De onderzoeksinstellingen zijn vaak beter in staat om Open Science-praktijken uit te leggen. Op zijn beurt zal Belnet zich eerder richten op het planten van een zaadje in het hart van de - meest sceptische - mensen om hun vertrouwen en liefde voor open science te winnen. Gepassioneerde onderzoekers of zelfs studenten, Open Science grassroots-bewegingen, open source ontwikkelaars voor onderzoek ... zij zijn het die veel professionele initiatieven opzetten rond open wetenschap, en het allerbelangrijkste, die studenten en onderzoekers: zij produceren ontzettend veel data!" 

Door de tool DMPOnline.be ter beschikking te stellen van de onderzoeksinstellingen, brengt Belnet het proces van de levenscyclus van onderzoeksgegevens naar voren en ondersteunt het onderzoekers bij het volgen van alle betrokken technische stappen, wat belangrijk is voor het plannen van hun eigen onderzoeksgegevensbeheer en natuurlijk voor het ontvangen van projectfinanciering. Bovendien biedt Belnet onderzoekers opslag aan dankzij de OCRE-raamovereenkomst en worden ze aangesloten op de platforms voor langetermijngegevensbewaring. De authenticatie- en autorisatie-infrastructuur (AAI) die Belnet biedt, is cruciaal voor rechtenbeheer in de EOSC, omdat je toegang wilt verlenen aan iemand die afgebakend en betrouwbaar is. De AAI geeft toegang tot andere interessante diensten die ook aan de EOSC zijn gekoppeld, zoals de webtool FileSender waarmee je grote hoeveelheden gegevens op een beveiligde manier van de ene plaats of persoon naar de andere kunt sturen. De meeste van die diensten zijn gratis te gebruiken, wat perfect past bij de visie achter open science. Tot slot kan Belnet onderzoeksinstellingen aansluiten op de LUMI-supercomputer (HPC) in Finland om rekentijd te winnen. 

Hoe Belnet in twee richtingen samenwerkt met het EU-niveau 

Als onderzoekspartner gebruikt Belnet de Europese en internationale ontwikkelingen als uitgangspunt om discussies op gang te brengen over het verbeteren of ontwikkelen van nieuwe producten, oplossingen en diensten. Het andere, belangrijkste uitgangspunt zijn de behoeften, use cases en vereisten van hun gemeenschappen, waar de behoefte aan afstemming op ontwikkelingen buiten België groot en zelfs onvermijdelijk is. Belnet probeert zoveel mogelijk de onderzoeksorganisaties en andere partners te betrekken in een cocreatie- of co-innovatieproces met betrekking tot het leveren van nieuwe of vernieuwde diensten. "Deze diensten zijn niet alleen interessant voor onze eigen gebruikers, maar kunnen ook de bredere onderzoeksgemeenschap ten goede komen," legt Chris uit. "

De belangrijkste manier waarop Belnet in de toekomst kan bijdragen aan de EOSC is door duurzaamheid te bieden. Als we kijken naar het wereldwijde landschap van e-infrastructuren voor onderzoek, dan hebben we de operationele capaciteit van de NREN en nationale HPC-centra nodig voor dataconnectiviteit, diensten, verwerking, provisionering en opslag. Zij zijn het die, samen met een aantal goed uitgeruste onderzoeksinstellingen, de operationaliteit van de EOSC op de lange termijn garanderen. Je hebt hun nationale inbedding, apparatuur en technische kennis nodig voor een langdurige dienstverlening aan onderzoekers. Belnet garandeert duurzaamheid en interoperabiliteit als een NREN: het minimale en meest duurzame niveau van systematisering is de nationale infrastructuur. De EOSC moet worden beschouwd als de Europese som van alle nationale onderzoeks- en e-infrastructuren, Open Science gemeenschappen en Open Research datarepositories en moet op het hoogste niveau worden gecoördineerd en bestuurd door de EOSC-A voor het bevorderen van open science en de uitwisseling van FAIR onderzoeksgegevens." 

EOSC-ontwikkelingen: sterke punten en uitdagingen in België 

België was een vroege toepasser van Open Access en heeft een brede gemeenschap van onderzoekers die Open Science-praktijken promoten. België was een van de eerste landen die de Berlin Declaration on Open Access ondertekenden en open access tijdschriften en repositories creëerden. Belnet heeft nog steeds de open access repository Orfeo in zijn portfolio, die wordt gebruikt door de federale wetenschappelijke instellingen. Recenter ondertekende België de nieuwe EOR actie 1: 'De beginselen van open science toepassen en beste praktijken op dat gebied vaststellen' met een enorme politieke impact. Vorig jaar heeft België de Europese Richtlijn Intellectueel Eigendom/Overheidsinformatie omgezet in nationale wetgeving, en Belnet bestudeert de Open Data Richtlijn en de potentiële mogelijkheden. Beide richtlijnen geven onderzoeksinstellingen en nationale overheden meer tools om open wetenschap te bevorderen. 

Verder is Belnet betrokken bij het door de EC gefinancierde project EOSC Focus en zijn ook andere universiteiten partner in andere EOSC-gerelateerde projecten. België zet zich in voor de doelstellingen van de EOSC, de Strategische Onderzoeks- en Innovatieagenda (SRIA) en open science in het algemeen. Belnet maakt deel uit van het GÉANT-ecosysteem en verbindt de Belgische onderzoeksorganisaties met andere faciliteiten, oplossingen en onderzoeksorganisaties die bijdragen aan de EOSC. "We merken een grote betrokkenheid van Belgische leden in de verschillende EOSC-A Taskforces, het hart van de EOSC. Mensen zijn gemotiveerd om de EOSC een strategische richting te geven, maar natuurlijk zijn er, net als in andere landen, ook uitdagingen en obstakels voor de ontwikkeling van de EOSC," zegt Chris. 

"De grootste uitdaging is dat er nog geen robuust en naadloos toegankelijk technisch en interoperabiliteitskader is en dat de zoektocht naar en strijd om talent voor datawetenschappers en data stewards erg hevig is. Een goed curriculum om data steward te worden bestaat nog niet. Als MO kunnen we helpen die uitdagingen aan te gaan. Maar we zijn nog niet zo ver dat we gemakkelijk en veilig hoeveelheden FAIR-gegevens kunnen uitwisselen tussen interdisciplinaire onderzoeksgemeenschappen. 

Aan de andere kant blijft een continue stroom van financiering cruciaal voor de toename en implementatie van open science. In het verleden is een deel van het geld geïnvesteerd in de opleiding van data stewards en Open Science-coördinatie, maar een ander deel had moeten gaan naar het verbreden van het dienstenaanbod en het uitbreiden van de EOSC federatie. Er is behoefte aan startkapitaal om enkele prototypes te ontwikkelen. De ontwikkeling van onderzoeksinstrumenten is geen commerciële onderneming, hoewel het dat wel zou kunnen zijn. Technologieën om wetenschap op een open en FAIR manier te bedrijven kosten geld en mensen. Om dat doorlopende budget te krijgen is het erg belangrijk dat ook politici en financieringsorganisaties de voordelen zien van open science. Open science is een digitale transformatie van de wetenschap en schept nieuwe mogelijkheden en nieuwe diensten. Het budget moet niet altijd afkomstig zijn van overheidsfinanciering, maar samenwerking met commerciële spelers moet mogelijk zijn, als zij instemmen met de Open Science en Open Source principes. 

Bovendien kan het trage proces een belemmering vormen voor een bredere verspreiding en kansen voorbij laten gaan. Voor mij is open wetenschap de digitale transformatie van onderzoek. Dat betekent ook dat je de culturele en mentale verschuiving niet mag verwaarlozen. Het is heel belangrijk om die vaardigheden en cultuur te verwerven, om de principes van goed veranderingsmanagement te volgen; digitale transformatie gaat niet alleen over automatisering, het is breder dan dat en het omvat ook het menselijke en sociale aspect. Dat geldt ook voor open science." 

Verbeteringen en impact van EOSC in België 

"De toekomst ligt in een afstemming op de nieuwe gemeenschappelijke Europese dataruimtes, de grotere Europese onderzoeksinfrastructuren, de nationale en Europese e-infrastructuren voor onderzoek en de Horizon Europe partnerschappen. Sommige bouwstenen van dataruimtes zijn zoals de EOSC; de EOSC wordt 'verondersteld' de horizontale dataruimte voor onderzoeksgegevens te worden. Dataruimtes, zoals die van de Green Deal en de ruimte voor gezondheidsgegevens, zijn in hoge mate gebaseerd op de interoperabiliteit van domeinspecifieke onderzoeksgegevens. Voor de EOSC zijn de Community of Practice de onderzoekers die gegevens moeten gebruiken en hergebruiken die beschikbaar zijn in verschillende andere dataruimten (ruimte voor gezondheidsdata, ruimte voor landbouwdata, ruimte voor mobiliteitsdata ...). Het interoperabiliteitskader en de technische architectuur van de EOSC worden de blauwdruk van de EOSC-dataruimte. We hebben interoperabele gegevens nodig, maar helaas is dat precies wat we missen: waar zijn de gegevens, wie heeft de gegevens, waar kun je de gegevens terugvinden, waar zijn de metadata en de permanente identifiers. Dat is een belangrijk gebied voor verbetering. Ik denk dat we dit zo snel mogelijk moeten aanpakken. Monitoring kan helpen, maar we hebben vooral tastbare resultaten en use cases nodig." 

Wat de impact betreft, stelt Chris dat "de politieke interesse in Open Science en Open Data toeneemt. Die belangstelling vertaalt zich in beleid op hoog niveau, discussies, wetgeving, monitoringfaciliteiten en financiering en ook de technologie wordt voorbereid op interconnectiviteit en interoperabiliteitsdiensten voor open science. Belnet heeft de kans om de verbinding te vormen tussen die onderzoeksorganisaties, aangezien de meeste Belgische universiteiten hun eigen e-infrastructuurcapaciteit aan het opbouwen zijn met repositories voor onderzoeksgegevens en deskundige data stewards en institutionele Open Science-beleidslijnen aan het uitwerken zijn. De meesten zijn actief betrokken bij het EOSC-ecosysteem en dragen bij aan de EOSC-A Taskforces." 

Kort gezegd: "Open Science is alleen mogelijk als onderzoekers het positief benaderen." Chris besluit: "Een gelukkige onderzoeker betekent een gelukkige samenleving. Wetenschappers voeren hun gepassioneerd onderzoek uit en hebben de infrastructuur nodig om hun doelen te realiseren. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we gefocust blijven op de basisprincipes van open science, het bevorderen van wetenschap ten voordele van de maatschappij en dat we ons goed concentreren op onze kernactiviteiten, het uitvoeren van onderzoek door wetenschappers en het minimaliseren van de overkill aan bestuur of overhead. Open science is gewoon goed uitgevoerde wetenschap!"

Chris De Loof
Chris De Loof Senior Beleidsadviseur bij de POD Wetenschapsbeleid @ BELSPO

Als Senior Beleidsadviseur bij de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO) werkt Chris de Loof aan digitale strategieën voor wetenschappelijk onderzoek en cultureel erfgoed. Chris is al lange tijd voorstander van open en FAIR data en open science en werkt sinds een paar jaar als Innovatiemanager en EOSC-Adviseur bij Belnet. Hij is geïnteresseerd in innovatieve, transversale samenwerkingsverbanden tussen professionals op het gebied van cultureel erfgoed en onderzoekers, vooral op het gebied van de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. Chris is afgevaardigde in de deskundigengroep van de Commissie inzake de gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed (CEDCHE). Hij is ook voorzitter van de Algemene Vergadering van DARIAH, de Europese Onderzoeksinfrastructuur voor digitale geesteswetenschappen en kunsten, en Belgisch vertegenwoordiger in de Europese Onderzoeksinfrastructuur voor Erfgoedwetenschap (E-RIHS).

Vond u dit nieuws interessant?
Copyright © 2024 Belnet.