Astronomen van het Instituut voor Sterrenkunde (KU Leuven) bedienen Mercatortelescoop vanop 3000 km afstand

door
Davina Luyten

Communications Officer @ Belnet
op

Dankzij de technologie ontwikkeld door het Instituut voor Sterrenkunde en de performante Belnet-verbinding, kunnen (toekomstige) astronomen hun onderzoek vanop 3000 kilometer afstand verderzetten tijdens de COVID-19 crisis. Belnet sprak met prof. Hans Van Winckel, afdelingshoofd Sterrenkunde aan de KU Leuven.

Het Instituut voor Sterrenkunde telt zo’n 80 medewerkers en is verbonden aan de KU Leuven. Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs zijn de kernopdrachten van het Instituut. “Een groot deel van ons onderzoek focust zich op de stellaire astrofysica. De resultaten daarvan gebruiken we niet enkel in onze onderwijsactiviteiten. Ons onderzoek is namelijk zeer technologie-gedreven en dient ook om nieuwe instrumenten te ontwikkelen waarmee we ons onderzoek nog kunnen verbeteren”, legt prof. Van Winckel uit.

Mercator

Het paradepaardje van het Instituut voor Sterrenkunde is zonder twijfel de 1,2 m Mercatortelescoop, die zich op 2396 meter hoogte op La Palma bevindt. Die locatie is niet toevallig gekozen: het Canarische eiland geldt als de beste plek in Europa voor astronomische waarnemingen.

“Het werken met de Mercatortelescoop is een integraal deel van de opleiding Sterrenkunde aan de KU Leuven. De telescoop biedt onze toekomstige astronomen een unieke mogelijkheid om hands-on ervaring op te doen”, legt prof. Van Winckel uit. “Een ander voordeel van de Mercatortelescoop is dat deze ons toelaat om systemen over verschillende jaren heen te volgen. Dat levert ons unieke datasets op.”

Observatietijd, de tijd die astronomen toegekend krijgen om waarnemingen te doen, is zeer gegeerd. “Eén nacht observeren heeft een waarde van € 50000 bij de grote telescopen van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO). De vraag naar observatietijd overtreft het aanbod met factor 6. Observeren bij ESO doen we dus enkel voor zeer specifieke en meestal korte intense waarneemcampagnes. Bij onze eigen Mercator telescoop is dat gelukkig een heel stuk goedkoper en dat laat ons toe om lange meetcampagnes te organiseren. Bovendien kan elke waarnemer 20% van zijn observatietijd inzetten voor eigen experimenten. Zo stimuleren we nieuw onderzoek. De overige tijd gaat naar specifieke onderzoeksprojecten die lang lopen”.

De Mercatortelescoop op La Palma

De Mercatortelescoop op La Palma - © P.I. Pápics

Impact van corona

Bij het begin van de coronacrisis werd het observatorium op La Palma volledig gesloten. "We moesten dus onze installatie aanpassen zodat we toch konden waarnemen, maar dan vanuit Leuven. We hebben vrij snel extra veiligheidsmaatregelen uitgevoerd, zoals de automatische sluiting van de koepel bij slecht weer”, legt prof. Van Winckel uit. Bovendien werd reizen plots verboden, waardoor de wetenschappers van het Instituut voor Sterrenkunde geen waarnemingen ter plaatse meer konden uitvoeren.

“Gelukkig waren een drietal IT’ers die verbonden zijn aan ons Instituut al bezig met de ontwikkeling van een besturingssysteem. In maart hebben ze de beveiliging ervan afgerond en midden-april konden we van start gaan met de testfase. Een virtuele machine zorgt ervoor dat het lokale scherm naar de KU Leuven wordt ‘gekopieerd’. Sinds juni is het systeem volledig operationeel”.

De Mercatortelescoop op La Palma

De Mercatortelescoop op La Palma - © Instituut voor Sterrenkunde, KU Leuven

Toch praktijkervaring opdoen

Dankzij deze ‘afstandsbediening’ kunnen de astronomen aan de KU Leuven de Mercatortelescoop bedienen alsof ze op La Palma zijn. “Hoewel je ter plaatse de weersomstandigheden beter kan inschatten, biedt het besturingssysteem ook heel wat voordelen. Normaal gaan onze astronomen tijdens hun opleiding voor 10 nachten naar La Palma. Dankzij het remote systeem konden ze, ondanks het reisverbod, toch praktijkervaring opdoen.”

Bovendien wacht de astronomen die de Mercatortelescoop vanop afstand bedienen een bijzondere ervaring. Op een bepaald moment is het in België namelijk al licht terwijl het op La Palma nog donker is.

De gegenereerde data worden telkens ’s ochtends gesynchroniseerd met de servers aan de KULeuven. Een deel van de beelden wordt wel meteen doorgestuurd zodat de waarnemer kan checken of de kwaliteit goed is.

“Bij de waarnemingen tot nog toe was de netverbinding zeer goed. Er zit slechts een fractie van een seconde vertraging op, waardoor we over quasi dezelfde kwaliteit van interactie beschikken als ter plaatse”.

Ondertussen zijn waarnemingen ter plaatse opnieuw toegelaten, maar de situatie kan snel veranderen afhankelijk van de verdere evolutie van het coronavirus en de bijhorende reisbeperkingen. “Sowieso verwacht ik dat observeren in de toekomst een combinatie van remote en ter plaatse zal worden”, aldus prof. Van Winckel.

Mooie toekomstplannen

In de toekomst wil het Instituut voor Sterrenkunde zijn grote waarnemingsprojecten nog verder optimaliseren en zijn instrumenten op technologisch vlak nog verbeteren. Verder is het onderzoekscentrum volop bezig met de ontwikkeling van 4 kleinere telescopen, waarbij de Mercatortelescoop als testcase kan dienen.

Momenteel werkt het Instituut, in het kader van een Europees consortium, ook mee aan de instrumentatie van een gloednieuwe 39m-telescoop in Chili die door de Europese Zuidelijke Sterrenwacht zal worden gebouwd. “Onze bijdrage aan het project wordt nadien omgezet in telescooptijd, waardoor we onze onderzoeksopdracht nog verder kunnen uitbouwen”, besluit prof. Van Winckel.

Vond u dit nieuws interessant?
Copyright © 2024 Belnet.