“Het gemeenschapsgevoel is iets wat ons definieert en uniek maakt”

door
Rosy Pauwels

Marketing @ Belnet
op
Wist u dat alle Europese National Research & Education Networks (NREN's) zoals Belnet met elkaar verbonden zijn via het GÉANT-netwerk? Om de talrijke uitdagingen van onderzoeks- en onderwijsinstellingen succesvol te kunnen aanpakken, is samenwerking over de landsgrenzen heen cruciaal. GÉANT zet met zijn Community Programme volop in op het delen van kennis en ervaring om meer impact te creëren en onderzoeks- en onderwijsinstellingen op de best mogelijke manier te ondersteunen. Belnet sprak onlangs met Paul Rouse, Chief Community Relations Officer bij GÉANT, over de kracht van samenwerking en de unieke waarden die de gemeenschap met elkaar deelt.
  • Wat is uw rol bij GÉANT? Wat is het meest interessante aspect van uw werk bij GÉANT? 
    • Ik ben oorspronkelijk begonnen bij de aankoopdienst van GÉANT. Ik heb de dienst opgezet en een team opgebouwd. Dat heb ik ongeveer tien jaar gedaan. Drie jaar geleden ben ik overgestapt naar de functie van Chief Community Relations Officer. Ik heb nu het genoegen deel uit te maken van het managementteam van GÉANT en zorg te dragen voor een geweldig team van specialisten op gebieden zoals internationale betrekkingen, onderzoeksbetrokkenheid, opleiding en ontwikkeling, en partnerrelaties, die allemaal de taak hebben om onze gemeenschap te dienen. Het is aan mijn team om goede relaties te onderhouden met onze leden, zoals Belnet, en het speelt ook een coördinerende rol in de samenwerking met onze internationale collega's. Een deel van het team richt zich op het ontwikkelen van de vaardigheden die onze gemeenschap nodig heeft om effectief samen te werken aan projecten zoals het GÉANT-project. 

      GÉANT is als het universum dat zich steeds verder uitbreidt. Het werk, de technologie en de gemeenschappen waarmee we werken blijven groeien en uitbreiden. Het is een zeer uitdagende omgeving, maar het geeft ook energie om nieuwe dingen uit te proberen en met collega's uit de hele gemeenschap te kunnen samenwerken om deze uitdagingen aan te gaan. Het is fascinerend om de resultaten van ons werk te zien en zo nauw in contact te staan met de onderzoeks- en onderwijssector. 

  • Kunt u uitleggen wat GN5-1 en het zusterproject GN5-IC1 zijn en wat GÉANT met deze projecten wil bereiken? 
    • Eerst en vooral zijn deze projecten ontzettend belangrijk voor onze organisatie en onze gemeenschap aangezien ze samen de grootste bijdrage aan onze totale financiering vertegenwoordigen. Namens GÉANT en het GÉANT Consortium of NREN Partners hebben we een zevenjarige GN5-partnerschapsovereenkomst ondertekend met de Europese Commissie in het kader van Horizon Europa. Er zijn specifieke subsidies toegekend aan GN5-1 en GN5-IC1 in het kader van deze partnerschapsovereenkomst. Deze projecten zijn een verderzetting van eerdere projecten die voortvloeien uit een langdurige samenwerking met de Europese Commissie. 

      Elk van onze 39 partners (de NREN's) kan bijdragen aan het GÉANT-project. Ze ontvangen op hun beurt financiering voor de middelen die ze ter beschikking stellen. In totaal dragen meer dan 500 mensen uit de gemeenschap bij aan het GÉANT-project. 

      De scope van GN5-1 is een voortzetting van de connectiviteits- en diensteninfrastructuur voor onze gemeenschap. Naast het opbouwen en het onderhouden van een performant netwerk voor onderzoek en onderwijs gaat het onder meer om trust- en identitydiensten, clouddiensten, enz. Om dit alles mogelijk te maken, is een ecosysteem van kennis en ervaring nodig. Wat wij binnen GÉANT doen, en ook specifiek binnen mijn team, is deze relaties opbouwen en onderhouden. 

      Het GN5-IC1-project daarentegen focust zich op intercontinentale connectiviteit naar minstens twee andere werelddelen. Momenteel is ongeveer 25% van het verkeer dat over het GÉANT-netwerk loopt, bestemd voor buiten Europa. We verwachten dat het intercontinentale dataverkeer nog verder zal groeien in de toekomst. Daarom is het cruciaal voor ons om ook te kunnen samenwerken en communiceren met de rest van de wereld. De focus bij GN5-IC1 ligt op Noord-Amerika en Azië-Pacific en een plan om te bepalen waar onze focus buiten het GN5-IC1-project zal liggen. 

      Met het BELLA-S1-project zijn we er samen met onze projectpartners eerder al in geslaagd om een infrastructuur van onderzeese kabels op te zetten die connectiviteit aan hoge capaciteit biedt tussen Europa en Zuid-Amerika, om te zorgen voor interconnectie met regionale REN's in Zuid-Amerika ontwikkeld door RedCLARA (het REN voor Latijns-Amerika). Voordien moest dit dataverkeer via Noord-Amerika passeren. GN5-IC1 is een verderzetting van deze investeringen met als doel bij te dragen aan de vooruitgang van onderzoek en onderwijs op wereldschaal. 

  • Waarom is grensoverschrijdende samenwerking in de NREN-gemeenschap zo belangrijk? Op welke manieren stimuleert GÉANT deze samenwerking? 
    • GÉANT zelf telt ongeveer 140 medewerkers. Dat is onvoldoende om een netwerk met de grootte en de omvang van het onze op te bouwen en onderhouden. Om ons succes te verzekeren, is het dus cruciaal dat we samenwerken met onze gemeenschap door lokale kennis, ervaring en vaardigheden te bundelen om op deze manier ook schaalvoordelen te creëren. 

      Het GN4-3N-project, dat in december 2023 afloopt, is een goed voorbeeld hiervan. Voor dit project werden de financieringsregels van de Europese Commissie gewijzigd, waardoor we voor het eerst langetermijninvesteringen (15 jaar) in onze infrastructuur over heel Europa konden doen. Door samen te werken met de EC om de structuur van het project te veranderen en te optimaliseren, kregen we de volledige financiering al op het moment dat we de investeringen moesten doen, en niet in schijven zoals gebruikelijk is. Als gemeenschap moesten we toen beslissen hoe we dit geld zouden besteden. We streefden naar gelijkheid om de digitale kloof weg te werken. Het doel was dus dat elk van onze leden over dezelfde potentiële capaciteit zou beschikken. 

Om het GÉANT-netwerk – dat zich uitstrekt van Portugal tot in Turkije – nauwkeurig in kaart te brengen, hadden we lokale kennis en vaardigheden van onze aangesloten NREN's nodig. De referentietopologie werd geschetst op basis van lokale studies, die elk een klein stukje van de puzzel vormden. Als we deze oefening centraal hadden uitgevoerd, hadden we misschien belangrijke zaken gemist of iets doorgeduwd dat niet goed zou worden onthaald door onze leden. Het was echt een gezamenlijke onderneming. 

Het GÉANT-netwerk beslaat meer dan 30.000 km aan connectiviteit en een groot deel hiervan wordt door de gemeenschap geleverd. Waar het technisch zinvol en financieel haalbaar was, hebben we zoveel mogelijk ingezet op het delen van connectiviteit tussen de NREN's. Het gaat dus niet alleen om infrastructuur, maar ook om vertrouwen en betrokkenheid. De rol van GÉANT bestaat erin om deze samenwerking te helpen coördineren en in goede banen te leiden, zoals een politieagent in het midden van een druk kruispunt zou doen. 

Daarnaast ligt de kracht van de gemeenschap ook in het menselijke aspect. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, hebben we als gemeenschap alles in het werk gesteld om onze collega’s van URAN, het Oekraïense NREN, te ondersteunen. In samenwerking met de Vietsch Foundation heeft GÉANT een coördinerende rol opgenomen om fondsen te werven voor URAN en zijn medewerkers. Leden van onze gemeenschap hebben apparatuur geschonken of servers ter beschikking gesteld om diensten van URAN te hosten. Dit gemeenschapsgevoel is iets wat ons definieert en uniek maakt. 

  • Waaruit bestaat het GÉANT Community Programme? Op welke manier komt dit ten goede van de Europese onderzoeks- en onderwijsorganisaties? 
    • Het GÉANT Community Programme kan worden omschreven als de samenwerkingsruimte voor onze gemeenschap, waar leden hun uitdagingen en problemen kunnen delen, oplossingen kunnen aanreiken, ideeën kunnen uittesten, maar ook kennis kunnen opdoen om zichzelf verder te ontwikkelen. 

      Het Community Programme is opgebouwd rond negen thema’s, van traditionele netwerkdiensten- en technologieën tot gezondheid of onderwijs bijvoorbeeld. Daarbinnen richten we Task Forces en SIG’s (Special Interest Groups) op. De Task Forces zijn meestal opgezet om een specifiek onderwerp gedurende een bepaalde periode te bestuderen. De SIG’s daarentegen zijn permanente werkgroepen. Mijn team helpt met het organiseren van Infoshares, waarbij experten uit onze gemeenschap hun kennis delen. De onderwerpen van deze Infoshares zijn zeer gevarieerd, van veranderingen in wetgeving tot kwantumevolutie en de nieuwe NIS-2-wetgeving. 

      Het Community Programme wordt sterk gewaardeerd door onze leden, ongeacht hun werkervaring of positie in de organisatie. Het is bovendien een heel ondersteunende en informele omgeving, waar leden naartoe komen om hun professionele vaardigheden te ontwikkelen. Tijdens de coronapandemie werden alle meetings online georganiseerd. Ook nu nog vinden veel meetings in hybride vorm plaats, iets wat de drempel om mee te doen sterk heeft verlaagd. 

      Het GÉANT Community Committee (GCC), dat toezicht houdt op het Community Programme, heeft nog een andere belangrijke rol. Elk jaar kent het GÉANT Innovation Programme subsidies tot 30.000 euro toe aan onze leden en hun aangesloten instellingen om innovatieve ideeën te onderzoeken die onze gemeenschap ten goede kunnen komen. Er wordt elk jaar in totaal maximaal 300.000 euro toegekend om maximaal tien projecten te ondersteunen en we blijven nieuwe organisaties verwelkomen in het programma, dus het begint echt zijn vruchten af te werpen. 

      Daarnaast coördineert het GCC de GÉANT Community Award. Elk jaar zetten we iemand in de bloemetjes die zich op een buitengewone manier heeft ingezet voor de ontwikkeling van onze diensten en technologieën. Iedereen in de gemeenschap kan een collega nomineren, dus het is echt een award voor en door de gemeenschap. Naar goede gewoonte wordt deze award uitgereikt tijdens onze jaarlijkse TNC-conferentie, die recent heeft plaatsgevonden in Tirana. 

  • Heel wat diensten die we vandaag bij onderzoek en onderwijs gebruiken, zijn tot stand gekomen binnen het Community Programme. Kunt u hiervan enkele voorbeelden geven? 
    • eduroam is zonder twijfel het bekendste voorbeeld. In 2002 ontstond het idee om de leden van onze gemeenschap een eenvoudige en veilige toegang te bieden tot een wifinetwerk. Een oplossing waarbij studenten en onderzoekers – met de credentials van hun eigen instelling – ook probleemloos kunnen inloggen bij de wifinetwerken van andere universiteiten of onderzoekscentra, wat de mobiliteit ten goede komt. Het is een groot succes geweest en de wereldwijde beschikbaarheid van eduroam vorig jaar was goed voor 6,4 miljard authenticaties. 

      Een ander mooi voorbeeld zijn onze inspanningen op het vlak van intercontinentale connectiviteit. Doordat grote onderzoeksprojecten steeds internationaler worden, is wereldwijde connectiviteit en samenwerking cruciaal. In 2019 hebben zes NREN's hun krachten gebundeld om een performante 100G-verbinding tussen Europa en Singapore op te zetten om de connectiviteit te verbeteren. Een dergelijke wereldwijde connectiviteit is essentieel om ons te helpen grote onderzoeksprojecten zoals het Copernicus-programma en ITER, 's werelds grootste fusiereactorproject, te ondersteunen. 

  • Wat zijn volgens u momenteel de belangrijkste uitdagingen voor de Europese onderzoeks- en onderwijsgemeenschap? En hoe ziet u de rol van GÉANT en de NREN's om hen te helpen om deze uitdagingen aan te gaan? 
    • Mijn team staat in nauw contact met onze leden en kent hun dagdagelijkse uitdagingen dus als geen ander. De NREN's hebben een specifieke bestaansreden en een belangrijke maatschappelijk rol. Toch moeten ze telkens opnieuw aantonen waarom ze noodzakelijk zijn en het behoud ervan cruciaal is. Als gemeenschap werken we met geavanceerde technologieën, waardoor het moeilijk is om specialisten te vinden en aan te werven, vooral in een competitieve arbeidsmarkt. Onze rol is onze leden te helpen om kennis en ervaring te delen zodat ze het hoofd kunnen bieden aan deze uitdagingen. 

      Het technologielandschap staat uiteraard ook niet stil. De impact van artificiële intelligentie en diensten zoals ChatGPT zijn allemaal zaken die we binnen de Task Force Education nauwgezet opvolgen. Binnen GÉANT hebben we geprobeerd om vijf thema’s te definiëren die we zien als dé grote aandachtspunten die op korte tot middellange termijn een impact op ons kunnen hebben. Binnen deze vijf domeinen denken we na over middelen, coördineren we activiteiten en stemmen we af met onze leden om tot één gemeenschappelijke visie te komen. 

      Het eerste domein is de opkomst van de European Open Science Cloud (EOSC). Sommige van onze leden, zoals Belnet, zijn aangesteld als gemandateerde organisatie om hun landen te vertegenwoordigen in het bestuur van EOSC. We moeten dus inzicht krijgen in de diensten die onderzoekers nodig hebben om deze verschuiving naar open science te maken. Ik hoop dat veel van uw leden bekend zijn met het concept van FAIR data (data die 'findable' (vindbaar), 'accessible' (toegankelijk), 'interoperable' (interoperabel) en 'repeatable' (herhaalbaar) zijn), dat sterk verbonden is met EOSC. 

      Een tweede domein betreft onze inspanningen om HPC-infrastructuur voor Europa op te zetten, om het concurrentievoordeel van Europa te benutten rond alle onderzoeksdata waarover we beschikken. We bieden connectiviteitsdiensten met terabitcapaciteit en trust- en identitydiensten aan. We moeten onze activiteiten goed coördineren om ervoor te zorgen dat we relevant zijn om de HPC-gemeenschap te ondersteunen bij hun behoeften. 

      Kwantum is het derde strategische domein. Momenteel bevinden we ons in een technologische onderzoeksfase waarbij we pilootprojecten en proofs of concept opzetten om te kijken hoe de technologie kan worden gebruikt. Maar er is een breed portfolio van kwantumgerelateerde zaken. 

      Ten vierde is er het intercontinentale aspect. Dit is iets waaraan het GN5-IC1-project in belangrijke mate bijdraagt, maar ook buiten het project werken we mee aan initiatieven voor intercontinentale samenwerking. We nemen bijvoorbeeld deel aan het Global Gateway Initiative van de EC, een overkoepelende nieuwe Europese strategie die is gericht op duurzame en betrouwbare verbindingen en een pad uitstippelt voor de manier waarop Europa veerkrachtige verbindingen met de rest van de wereld kan opbouwen. Een nieuw kabelsysteem in de Middellandse Zee, dat Noord-Afrika met Europa verbindt, zal een van onze eerste acties hier zijn in samenwerking met ASREN, het REN van de Arabische wereld. 

      Ons laatste aandachtsgebied is het GÉANT-project zelf. De schaal, de betrokkenheid en de impact in onze gemeenschap betekent dat we dit te allen tijde in gedachten houden ten behoeve van GÉANT, zijn leden zoals Belnet, de EC en alle gebruikers die connectiviteits-, identity- en above-the-netdiensten ontvangen – die op hun beurt hun onderzoeks- en onderwijsactiviteiten mogelijk maken.

Vond u dit nieuws interessant?
Copyright © 2024 Belnet.