In een periode van toenemende digitalisering spelen de teams van Philippe Hennebert (IT Director - Jules Bordet Instituut) en David Lerens (IT Support Manager voor de Clinical Trials Support Unit) een sleutelrol binnen het Jules Bordet Instituut. Aan de vooravond van een historische verhuizing spreken ze over de rol van IT in onderzoek, de verschillende uitdagingen van de crisis en hun jarenlange samenwerking met Belnet.
In november 2021 bereidt het Jules Bordet Instituut zich voor op een kleine revolutie. Het Instituut, dat momenteel gevestigd is aan de Hallepoort, zal verhuizen naar een gloednieuw gebouw van 80.000 m² op dezelfde campus als de Faculteit Geneeskunde van de ULB, naast het Erasmusziekenhuis in Anderlecht. Dankzij de verhuizing zal de draagkracht van de zorgverlening met meer dan 50% toenemen en kan een geografisch geconsolideerde onderzoeksstructuur (klinisch, translationeel en fundamenteel) worden opgericht.
Philippe Hennebert licht toe: "In nauwe samenwerking met de laboratoria van de ULB en Erasmus zullen de onderzoekslaboratoria geherstructureerd worden rond vier pijlers: solide tumoren; immuno-oncologie; hematologie, fysica en medische techniek - ondersteund door transversale platformen op het gebied van bio-informatica en artificiële intelligentie.
© Archi 2000 en Brunet-Saunier
Bovendien zal onze verhuizing, zowel voor het onderzoek als voor de zorg, de infrastructuur in het algemeen moderniseren en een aantal activiteiten digitaliseren (operatiekwartier, radiotherapie, enz.)."
"De verhuizing is ontegensprekelijk een stimulans voor de ontwikkeling van het instituut, waar informatica een steeds belangrijkere rol speelt in de zorg, het klinisch onderzoek en ook in het fundamenteel kankeronderzoek."
"Het Jules Bordet Instituut heeft een geschiedenis, een identiteit waarin zorg en onderzoek altijd nauw met elkaar verbonden zijn geweest." (Philippe Hennebert)
Naast patiënten verzorgen en nieuwe artsen opleiden, speelt het Jules Bordet Instituut een belangrijke rol in het kankeronderzoek. De missie van het Brussels universitair ziekenhuis is om kanker te voorkomen, op te sporen en te bestrijden. Het is het enige ziekenhuis in België dat geaccrediteerd is door de OECI (Organisation of European Cancer Institutes). "Het Jules Bordet Instituut heeft een geschiedenis, een identiteit waarin zorg en onderzoek altijd nauw met elkaar verbonden zijn geweest. Het zijn dezelfde artsen, dezelfde teams die zich bezighouden met zowel zorg als onderzoek."
"Onderzoek integreren in de werking van het ziekenhuis is van fundamenteel belang. Daar willen we ook graag informatica bij toepassen door gegevens te hergebruiken, zolang dat wettelijk en ethisch mogelijk is", legt Philippe Hennebert uit.
Toepassingen voor gegevensverzameling voor onderzoek
David Lerens is de IT Support Manager voor de Clinical Trials Support Unit (CTSU-IT), een operationele eenheid die universitair klinisch onderzoek naar alle vormen van kanker ondersteunt.
Traditioneel worden de gegevens van patiënten voor klinische studies verzameld aan de hand van CRF's (Case Report Forms). De CRF's zijn de afgelopen twintig jaar geleidelijk aan gedigitaliseerd en de CTSU-IT heeft die verandering ondersteund. "De gegevens worden verzameld aan de hand van toepassingen in de vorm van een CRF-formulier", legt David Lerens uit. Naast de CRF's werden ook intern diverse instrumenten ontwikkeld. Die zijn in het bijzonder bedoeld om de onderzoeksteams te helpen beslissen of een patiënt in aanmerking komt voor de studie volgens de selectiecriteria, om de monsters en de analyseresultaten op te volgen en om eventuele ongewenste effecten van de therapie te identificeren.
Op die manier draagt informatica bij tot het klinisch onderzoek van het Jules Bordet Instituut. Informatica wordt gebruikt om grote klinische proeven te ondersteunen die de doeltreffendheid van nieuwe behandelingen moeten aantonen, maar ook om behandelingen beter af te stemmen of aan te passen aan individuele situaties, zoals - bijvoorbeeld in de Decrescendostudie - om chemotherapie minder belastend te maken voor bepaalde borstkankerpatiënten.
Een jaar geleden implementeerde het CTSU-IT-team een ePRO-applicatie (Patient Related Outcome) voor bepaalde klinische studies. "Met dit soort toepassingen kan de patiënt een dialoog aangaan, zich informeren en een actieve speler worden in zijn zorgtraject. Bovendien kunnen we zo gemakkelijker informatie verzamelen, vooral over bijwerkingen."
"Informatica speelt een steeds grotere rol in het klinisch onderzoek, maar ook in het fundamenteel en translationeel kankeronderzoek." (Philippe Hennebert)
De IT-toepassingen ontwikkeld voor het onderzoek zijn ook erg interessant voor studies met een zeer groot aantal patiënten, zoals de Aurorastudie naar metastatische borstkanker. In die studie werden erg belangrijke technologische middelen aangewend om de moleculaire kenmerken van bepaalde terugkerende of uitgezaaide borstkankers bij meer dan 1000 patiënten te analyseren.
"Het is de taak van de IT-teams om deze technologieën die de verzameling van gegevens vergemakkelijken te implementeren. Informatica speelt een steeds grotere rol in het klinisch onderzoek, maar ook in het fundamenteel en translationeel kankeronderzoek", concludeert Philippe Hennebert.
Het begin van de COVID-19-crisis: Philippe Hennebert haalt de vele uitdagingen en de rol van Belnet aan
"Vanaf maart 2020 hadden de onderzoeksteams het moeilijk omdat de ziekenhuizen het erg druk hadden. De krachten moesten worden geconcentreerd op wat prioritair was, waardoor minder dringende zorgen, maar ook de rekrutering voor sommige klinische studies afnamen."
"We maakten, net als alle bedrijven en vooral ziekenhuizen, een verschuiving mee naar een toenemende digitalisering." (Philippe Hennebert)
© Marc Detiffe (detiffe.com)
"Voor onze contacten met federale (Sciensano) of gewestelijke structuren werden digitaliserings- en automatiseringsprocedures ingevoerd, in het bijzonder voor verslaggeving en datatransmissie. Bovendien waren wij, in samenwerking met de gezondheidsnetwerken, een van de eerste Brusselse ziekenhuizen die de resultaten van de Covid-19-test aan de patiënt meedeelden via een sms met een link naar de beveiligde site van het gewestelijk platform. In het algemeen maakten we, net als alle bedrijven en vooral ziekenhuizen, een verschuiving mee naar een toenemende digitalisering."
Telewerken voor artsen"Een andere uitdaging was het organiseren van telewerk. Vooral quarantaines zorgden ervoor dat een aantal artsen moest telewerken. De continuïteit van de zorg moest dus worden gewaarborgd met een groot deel van de artsen op afstand. Daarom hebben we regelmatig onze consultatieprocedures moeten herzien. Bovendien moest het multidisciplinair overleg in de oncologie, dat centraal staat bij de beslissing over de behandeling van kankerpatiënten, virtueel worden georganiseerd."
"Belnet zorgde voor een internetverbinding waarop we die hele periode konden terugvallen" (Philippe Hennebert)
"We hebben ook onze licenties en capaciteit over de hele lijn moeten uitbreiden om een groot aantal mensen te kunnen laten telewerken."
Het isolement van patiënten"Ten slotte hebben we ons ook moeten aanpassen om ervoor te zorgen dat de patiënten contact konden houden met de buitenwereld in een periode waarin bezoek absoluut verboden was. Dat hing in grote mate af van de IT-infrastructuur en onze verbinding."
De rol van Belnet in deze periode"Belnet zorgde voor een internetverbinding waarop we die hele periode konden terugvallen, hoewel het gebruiksprofiel en het verkeer ongekende schommelingen vertoonden. Een goede IT-infrastructuur is er een die onzichtbaar is, een waar gebruikers niet over praten. In feite hoefden we ons nooit zorgen te maken over zulke problemen dankzij de bandbreedtereserve van Belnet", stelt Philippe Hennebert vast.
Belnet, al meer dan 20 jaar partner
"Belnet zorgt al meer dan 20 jaar voor onze internetverbinding", legt Philippe Hennebert uit. "Het is de dienst die we het meest gebruiken. Het is een essentiële dienst, net zoals de verstrekking van certificaten en een aantal veiligheidsgerelateerde diensten."
"Naast internetverbinding maken we gebruik van andere connectieniveaus, waaronder onze snelle verbinding met universitaire en onderzoekscentra. De verbinding is bijvoorbeeld bijzonder nuttig om zware DNA-sequentiegegevens te verzenden naar het computercentrum van de ULB of andere instellingen die van Belnet afhankelijk zijn. Op dit ogenblik maken we nog geen gebruik van de opslagplatformen van Belnet, maar een verdere samenwerking op dat niveau valt te overwegen."
Het DNA van Belnet: het onderzoeksnetwerk bijstaan"Met de toenemende digitalisering en nieuwe uitdagingen op het gebied van datagebruik, artificiële intelligentie en patiëntencontact, is IT-ondersteuning krijgen van dienstverleners zoals Belnet erg belangrijk voor een ziekenhuis als het onze dat deel uitmaakt van een onderzoeksnetwerk."
"In vergelijking met commerciële aanbieders is Belnet uiterst transparant en professioneel." (Philippe Hennebert)
Voor Philippe Hennebert moet Belnet niet te veel veranderen. "Het DNA van Belnet is om Belgische onderzoeksinstellingen te dienen en dat is echt iets dat voor ons fundamenteel blijft. In vergelijking met commerciële aanbieders is Belnet uiterst transparant en professioneel. Dat maakt ons niet immuun voor alles, zoals we de afgelopen maanden geleerd hebben, maar de transparante communicatie is iets wat we echt waarderen."